Nationale interpretatie

Dat acties consistent zijn met het behoud van natuurlijke bossen, zoals gedefinieerd in Suriname’s FREL, en biologische diversiteit, waardoor er wordt gegarandeerd dat REDD+ acties niet worden gebruikt voor de conversie van natuurlijke bossen, maar in plaats daarvan worden gebruikt om de bescherming en het behoud van de natuur als geheel te stimuleren, en met name natuurlijke bossen en hun ecosysteemdiensten, en om andere sociale en ecologische voordelen te verbeteren.

Hoe de Safeguard wordt GEADRESSEERD

De term "bos" is duidelijk gedefinieerd in de Surinaamse PLRs, terwijl palmboomplantages en bomen die voor agrarische doeleinden zijn geplant uitgesloten zijn van deze definitie, zijn andere plantage bossen niet uitgesloten (bv. voor pulp en papier). De “zwerflandbouw” of het “kostgrondjes-systeem” valt onder de definitie van het begrip "bos", op voorwaarde dat dit op traditionele wijze gebeurt.

Aangezien deze definitie van bos niet in overeenstemming is met de UNFCCC- en IPCC-vereisten, verwijst de nationale interpretatie naar de definitie bos die specifiek wordt gebruikt in de context van REDD+.

De Wet Bosbeheer verbiedt de conversie van bossen niet, maar voorziet wel in enkele criteria om bossen om te zetten voor andere doeleinden dan bosbouw. PLRs bevorderen of vereisen de identificatie/kartering en bescherming van natuurlijke bossen en biologische diversiteit. De nationale REDD+ Strategie streeft naar het behoud van het Surinaamse bos door de oorzaken van ontbossing en bosdegradatie aan te pakken in overeenstemming met het overeengekomen Ontwikkelings Plan van het land. Zodra de ontwerp-milieuwetgeving is aangenomen, zoals die wordt gepromoot in de Nationale REDD+ Strategie, zal een milieueffectbeoordeling verplicht zijn voor specifieke activiteiten, waaronder bos concessies voor houtkap-, landbouw- en aquacultuur projecten. Het resulterende MER-rapport moet een milieubeheerplan omvatten en de projectaanvrager is verplicht om regelmatig toezicht uit te oefenen.

Suriname is partij bij het CBD en het CITES-Verdrag. De term Biodiversiteit wordt gedefinieerd in overeenstemming met de definitie van het CBD. Bedreigde soorten worden gereguleerd door de Jachtwet. De Natuurbeschermingswet bevordert het onderzoek naar wetenschappelijk gebaseerde instandhouding van de biodiversiteit. Verschillende PLRs bevorderen de economische, sociale en culturele ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen, waaronder het Ontwikkelings Plan (OP), Wet Bosbeheer (FML) en de nationale REDD+ Strategie (NS).

De nationale REDD+ Strategie heeft specifiek betrekking op het onderwerp duurzaam bosbeheer onder Beleidslijn 2.D Promotie van duurzaam bosbeheer en de daarin opgenomen maatregelen.

PLRs

  • Wet Bosbeheer
  • Bosbeleid
  • Ontwikkelings Plan
  • Jachtwet
  • Natuurbeschermingswet
  • Ontwerp milieuwet
  • Nationale REDD+ Strategie

Conventies

  • Verdrag van de Verenigde Naties inzake Biologische Diversiteit (CBD)
  • Verdrag inzake de Internationale Handel van Bedreigde Soorten (CITES)

Hoe de Safeguard wordt GERESPECTEERD

  1. a. Oppervlakte (ha) van land waar ontbossing en/of degradatie (afgezien van de "normale" impact van traditionele zwerflandbouw) is gedetecteerd in en rond REDD+ projectgebieden.
    b. Mate van verstoring waar degradatie is gedetecteerd (van remote sensing gegevens en veldcontroles).
    Deze indicator wordt berekend op basis van gegevens die zijn opgenomen in het Nationale Bosmonitoring systeem van Suriname, b.v. met behulp van Near-Real-Time Monitoring Data met regelmatige intervallen (interval nader te bepalen).

  2. Overzicht van sociale- en milieuvoordelen ten gevolge van REDD+ projecten.
    Dit is een geaccumuleerde indicator die wordt berekend op basis van informatie op projectniveau. Totdat dergelijke informatie bestaat, kan het interessant zijn om te kijken naar de potentiële sociale en ecologische voordelen die tijdens het SESA-proces zijn geïdentificeerd en hoe deze een bijdrage kunnen leveren aan verschillende nationale beleidsmaatregelen, wetten en voorschriften, evenals relevante internationale conventies en overeenkomsten (zie het gekoppeld document in safeguard a).
  3. Beschrijving van voorzieningen om milieurisico's te verminderen en sociale- en milieuvoordelen te bevorderen.
    Suriname’s Raamwerk voor Milieu en Sociaal Beheer (ESMF) voor REDD+ is in zijn geheel gericht op het minimaliseren en het beheersen van sociale en milieurisico’s alsook het bevorderen van sociale en ecologische voordelen. Dit gebeurt via twee belangrijke instrumenten:
    • De Actie Matrix: deze omvat acties die zijn afgeleid van het SESA-proces waarbij ongeveer 800 stakeholders zijn betrokken, waarvan er meer dan 600 vertegenwoordigers van ITP-gemeenschappen waren.
      Deze acties hebben betrekking op sociale en milieu-, alsook bestuurs kwesties, waardoor een faciliterende omgeving voor duurzame REDD+ implementatie gecreëerd kan worden, zoals herstel van het vertrouwen tussen belangrijke stakeholders, capaciteitsopbouw op nationaal en lokaal niveau, en genderspecifieke acties, onder andere.
    • Het raamwerk voor de implementatie van REDD+ projecten: dit raamwerk is nauw afgestemd op de bestaande NIMOS-richtlijnen voor milieueffectrapportage en beschrijft wat moet worden overwogen bij screening, scoping, beoordeling, evaluatie en definitieve beslissing over REDD+ projecten, zodat deze inderdaad de potentiële resterende risico's kunnen minimaliseren en beheren en ook sociale en ecologische voordelen kan bevorderen.
    Concluderend kan het ESMF, en met name de opgenomen actie matrix en het project implementatie raamwerk, beschouwd worden als een sterk schild tegen potentiële REDD+ risico's en proactieve ondersteuning van sociale en ecologische REDD+ voordelen. Daarnaast is de ontwikkeling van een REDD+ specifiek Grievence en Redress Mechanisme op gang gezet, die voor een adaptief beheer van REDD+ implementatie moet zorgen, indien dat nodig is.
Back To Top